Geplaatst op

De rol van vetsmering

Elke toepassing vereist een specifieke methode van smering met het daarbij behorende geschikte smeermiddel. Bij wentellagers wordt in 90% van alle gevallen vetsmering toegepast. In de overige 10% van de gevallen wordt er voor een oliebad, olienevel of olieinspuitsmering gekozen. 

Het doel van smering bij wentellagers is het voorkomen van metallisch contact tussen wentellichamen en loopbanen.

Metallisch contact onder belasting veroorzaakt het zogenaamde “koudlassen” (grenssmering) waardoor het vermoeiingsproces van het materiaal wordt versneld. Er ontstaan aanzienlijke beschadigingen en uitbrokkelingen op de loopbanen en de wentellichamen.

De belangrijkste functies van het smeermiddel bestaan dan ook uit:

  • Het uitsluiten van metallisch contact tussen wentellichamen en loopbanen
  • Het verminderen inwendige wrijvingsweerstand van het lager
  • Het verminderen corrosie als gevolg van vochtintrede
  • Het beschermen tegen vervuiling van buitenaf

Er zijn drie soorten smering te onderscheiden:

  • Geen smering
  • Onvolledige- (gemengde smering) of grenssmering
  • Volledige smering (Hydrodynamische smering)

Nasmeren met een te grote hoeveelheid kan ook lagerschade tot gevolg hebben. Het overtollige vet genereert veel wrijving en gaat werken als een isolator waardoor de temperatuur in het lager hoog oploopt. Hiermee wordt ook het belang aangetoond van een vetuittrede-opening ter plaatse van het lager als er nagesmeerd gaat worden. In de meeste gevallen is een vetvulling van maximaal 50% van de vrije lagerruimte ruim voldoende om het lager optimaal te laten functioneren.